Voor deze toelichting zijn citaten van verschillende pagina's uit Andriessens boek door elkaar genoteerd.
Havenstad C, met zijn luie maar uiterst zorgvuldige inwoners, is een van de opmerkelijkste steden die ik ooit zag. Men woont er niet tussen industrieën en afval, men woont er in schone, boomrijke villaparken. Ieder huis heeft er een riante tuin en dat terwijl de oppervlakte en het aantal inwoners gelijk zijn aan de oppervlakte en aantal inwoners van ons land, waar maar heel weinigen zich een villa met riante tuin kunnen permitteren. Hoe kan dat? Omdat de Eldoriërs geen weggooibedrijvigheid kennen, eisen hun fabrieken veel minder ruimte op: nog geen tien procent die wij nodig hebben. Toegangswegen en verkeerspleinen voor geautomatiseerd snelverkeer in en rond de stad eisen minder ruimte op.
Eldoriërs houden niet van overbodig werken, maar ontwikkelen zich liever in de bossen die rond hun steden zijn aangelegd of in de natuurgebieden die dankzij de afwezigheid van "werkgelegenheid" gespaard zijn gebleven.
Nieuwe wijken worden direct tegen de oudere aangebouwd. De grote open ruimtes tussen oude en nieuwere wijken, zoals wij vaak plannen, komen in Eldorica niet voor. De doorgaande snelwegen gaan bij een stad ondergronds en zijn als ze bovengronds liggen, altijd omzoomd door bomenrijen.
Havenstad C heeft net als Amsterdam een oude kern; een binnenstad met daar omheen nieuwere wijken. Vanaf het centrum naar de rand van de stad loop je als het ware door de geschiedenis van de stad. Eerst de antieke gebouwen, leunend tegen elkaar in bochtige straatjes. Daarna de eerste stapelwoningen en smalle rechte straten. Dan de hogere woningen, langs brede straten. Het antieke centrum van havenstad C heeft zijn uiterlijk, zoals het al eeuwen was, gehouden. Veel van de oude gevels verbergen, voor onze begrippen, moderne gebouwen en constructies. De gevels zijn in veel gevallen, bij renovatie, bewaard als decor. Daarachter bevinden zich de enorme adimistratiecentra, universiteiten en culturele centra. Verhoudingsgewijs zijn daar weinig woningen.
Aan de rand van wat wij maar het �antieke centrum� noemen, daar waar de industri�le revolutie zichtbaar wordt, staan de oude fabrieksgebouwen. Oude gebouwen worden zelden gesloopt. Als er toch gesloopt moet worden, doen ze het zo dat de buitenkant overeind blijft staan. In geval van sloop geldt: alleen slopen achter de fa�ades. De oude buitenkanten zelf worden gerestaureerd. En voor er tot sloop wordt overgegaan, wordt eerst uitgerekend hoeveel het kost het voor sloop in aanmerking komende gebouw weer in exact dezelfde staat op te bouwen.